Fietsen in triatlon

In triatlon is fietsen het gemakkelijkste … of beter gezegd … het mist moeilijke onderdeel om progressie in te maken. Fietsen kost vooral veel tijd … en best ook veel geld.

Waarom is tri-fietsen dan het “gemakkelijkste” om te leren ?

Dat is omdat fietsen tov lopen en zwemmen veel minder coördinatie vraagt. Je werkt tevens ook met een apparaat dat – mits goed gebruik – een hoop werk voor je kan doen. Leer een mooie RONDE traptechniek aan en je beschikt over de belangrijkste fietstechnische vaardigheid.

Fietssnelheid wordt bepaald door het verzet dat je benen kunnen trappen en hoe vlot je de pedalen rond trapt (= kracht x souplesse). De optimale balans is hier voor iedereen verschillend, maar het is verstandiger om je krachtinzet niet te laten domineren over je souplesse. Er moet immers nog gelopen worden ! Probeer daarom eerst je souplesse te optimaliseren (balanceren) en pas daarna aan je kracht te werken.

Is materiaal echt zo doorslaggevend ?

Hoe beter de fiets, des te meer je er uit kunt halen ! Maar daarom moet je niet de duurste fiets uit de winkel kiezen. Voor ons triatleten is vooral aerodynamica en houdingscomfort belangrijk. Kies je fiets dus op basis van je noden. Je kunt perfect een gewone koersfiets ombouwen tot tri-fiets. Een ligstuurtje brengt het grootste snelheidsvoordeel op van alle gadgets die er op de markt zijn. Ruw geschat ga je er 2km/h sneller door rijden. Aerowielen brengen veel minder winst op dan een ligstuur !

Ook de keuze van je framemateriaal (carbon, titanium, aluminium) of de onderdelen hebben geen invloed op je snelheid. Deze bepalen eerder de duurzaamheid, het gebruiksgemak en het gewicht. We zijn geen wielrenners, hé …

Welke weerstanden moet je als fietser overwinnen ?

Als renner moet je 4 weerstanden de baas zijn om vooruit te geraken, nl de luchtweerstand, de rolweerstand, de mechanische weerstand en de zwaartekracht.

De luchtweerstand is onze grootste vijand. Hoe sneller je rijdt, des te harder duwt hij tegen. Dat is de reden waarom stroomlijnen zo belangrijk is. Een (comfortabele) lighouding en strakke kledij/helm helpen hier het beste.

Bergop is niet de luchtweerstand, maar de zwaartekracht de zwaarste remmer. Hoe lichter je bent, des te “gemakkelijker” rij je de berg op. Een kleine bedenking … je weet toch dat het vooral het rennertje op de fiets is die voor het meeste gewicht zorgt, hé … dus een superlichte fiets is waardeloos als …

De rolweerstand wordt bepaald door het contact van je banden met het wegdek. Je bandenkeuze kan hierbij helpen, maar voor beginnende triatleten is dit slechts een detail ! Kies liever een betrouwbare band (grip, anti-lek) want snelle wedstrijdbandjes moeten vaak inboeten aan betrouwbaarheid. Let ook op als je voor tubes kiest ! Deze rijden zeer gemakkelijk, maar geven een veel groter probleem als je lek rijdt. Weinig triatleten kunnen een tube vervangen.

Als je je fiets goed onderhoudt minimaliseer je de wrijvingsweerstand tussen de onderdelen al enorm. Als je nog beter wilt kost het zeer veel geld voor zeer weinig opbrengst (bvb lagers vervangen). Hou die ketting gezond en laat je draaiende onderdelen niet vastlopen. Regelmatig poetsen en smeren is het enige dat je moet doen. Hoe vaak zie je niet dat een fietsketting volledig vuil of verroest is ? Dit zorgt voor veel verloren energie … zonde van de inspanning die de benen moeten leveren !

Aerodynamics ?

Om terug te komen over hoe ver je moet gaan in aerodynamica :

Welke bike-skills moet een triatleet onder de knie hebben ?

In het begin moet je eerst leren rechtdoor rijden. Dat klinkt erg simpel en gemakkelijk, maar de realiteit bewijst anders. Net zoals openwater zwemmen is de kortste weg de snelste.

Helaas gaan niet alle wegen rechtdoor en moet je zo nu en dan eens een bocht nemen. Hoe vaardiger je hier in bent, des te minder snelheid je verliest. Je kunt met een vlot gereden bocht tot wel 100m voorsprong nemen op iemand die niet vlot draait. Gratis 100m voorsprong ! Wees efficiënt met je energie. Laat je zuur verdiende snelheid niet wegvloeien in remenergie omdat je bang bent. Leer ontspannen je fiets besturen en KIJK altijd waar je WEL naar toe wilt rijden ipv waar je niet naar toe wilt vallen.

Vervolgens moet je  leren hoe je bergop rijdt (klimmen) en – nog belangrijker/plezanter – hoe je veilig naar beneden rijdt (dalen) zonder jezelf of anderen in gevaar te brengen. Met verstandig klimmen en dalen kun je veel tijd en vooral energie winnen. Kamikaze daalwerk is gevaarlijk, maar angstig dalen is zeker even gevaarlijk.

Fiets je liever in groep dan moet je hier ook over bepaalde vaardigheden beschikken. Je moet vlot kunnen reageren (paniekreacties worden niet geapprecieerd) en de dynamiek van de groep goed aanvoelen. Op die manier profiteer je volop van het luchtvoordeel dat een groep oplevert en breng je niemand in gevaar.